Geschiedenis

De Geschiedenis van het Koninklijk Hasselts Operettengezelschap

Het Koninklijk Hasselts Operettengezelschap (KHOG) begon als onderdeel van de Hasseltsche Voetbalvereniging in de jaren ’20. In 1926 werden ze kampioen, wat leidde tot een groei van supportersclubs en de oprichting van een organisatie voor het publiek. In 1929 werd het Verbond van Supporters opnieuw opgericht en in 1930 ontstond “De Feestcommissie,” de voorloper van het operettegezelschap. Hun eerste operette, “De Droom van Bakker den Boze,” werd in 1932 opgevoerd.

Tot ongeveer 1950 speelden ze in zaal Cameo, met Nederlandse liedjes en gastactrices. Na de oorlog ging het gezelschap door, maar de hoge kosten leidden hen naar blijspelen en revues. In 1958 werd hun laatste operette “De Bommelbaron” opgevoerd. Ze verhuisden naar “De Plaza” en schakelden definitief over op dialectvoorstellingen, wat hun populariteit deed toenemen.

De jaren ’70 en ’80 waren een hoogtepunt met 6.000 tot 10.000 bezoekers per jaar. Belangrijke figuren zoals Jef Smeets en Henri Claes droegen bij aan het succes. In 1985 gaf Alfons Martens de leiding over aan Pierre Verheyden, die het gezelschap financieel gezond maakte.


In 1988 herintroduceerden ze revues met “Hasselt op ne Pjee.destal,” wat leidde tot een serie succesvolle producties. In 2005 vierden ze hun 75-jarig bestaan met een schrijfwedstrijd en een jubileumboek. Tegenwoordig heeft het KHOG zich ontwikkeld tot een modern theatergezelschap met een eigen website en decorafdeling.

Na enkele succesvolle producties en een bescheiden viering van hun 90e verjaardag door corona, blijft KHOG bruisen van energie. In 2025 staan ze klaar om hun 95e verjaardag te vieren met een spetterende revue! Het KHOG is levendiger dan ooit!